Bij de Bbz-aanvraag van starters en gevestigde ondernemers met financiële problemen moet de gemeente beoordelen of de onderneming na bijstandsverlening levensvatbaar is. Het is voor gemeenten van groot belang dat dat oordeel juist is. Dan kunnen ze het beperkte Bbz-budget effectief inzetten en (bij kredietverlening) voldoen aan de ontvangstennorm Bbz-bedrijfskapitaal. Deze werkwijzer gaat in detail in op het inschatten van de levensvatbaarheid, de vaststelling van de kredietbehoefte en het rapport met adviezen voor de gemeente en de (aspirant )ondernemer. Omdat ondernemerskwaliteiten van doorslaggevend belang zijn voor het slagen van een onderneming, besteedt de werkwijzer daar veel aandacht aan. Ook wordt op een rij gezet welke competenties nodig zijn voor de beoordeling, zodat gemeenten kunnen nagaan of ze de expertise in huis hebben om het onderzoek zelf uit te voeren.
Schakelt een gemeente een adviesbureau in, dan is het van belang om de risico’s daarvan te kennen en ondervangen, de aanbesteding zorgvuldig uit te voeren en de prestaties van het adviesbureau te monitoren. Ten slotte komt aan de orde wanneer en hoe de gemeente ondernemers begeleiding en coaching kan bieden om de kans op succes te vergroten. De werkwijzer bevat ook drie voorbeelden van adviesrapporten die laten zien hoe de uitkomsten van het levensvatbaarheidsonderzoek worden gewogen en vertaald in een positief of negatief advies.
De Werkwijzer Levensvatbaarheidsonderzoek en begeleiding Bbz is een onderdeel van het programma Effectiviteit & Vakmanschap van de VNG en Divosa, mede gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het doel van het programma is het versterken en stimuleren van methodisch werken binnen de sociale zekerheid. Deze werkwijzer is onderdeel van een vierluik over het Bbz. Eerder verschenen de Werkwijzer Debiteurenbeheer Bbz de Werkwijzer Selectie Bbz en de Werkwijzer Regionale samenwerking Bbz.
Meer informatie: Werkwijzer levensvatbaarheidsonderzoek en begeleiding bbz juni2013 (pdf-bestand)