Het kabinet boekt verdere voortgang met de uitwerking van de nieuwe wetgeving voor zelfstandig ondernemers en opdrachtgevers. Zo ligt de uitwerking van de opdrachtgeversverklaring op schema. De webmodule is eind volgend jaar gereed. Per 1 januari 2019 wordt het criterium ‘gezag’ uit het arbeidsrecht verduidelijkt, een criterium dat een belangrijke rol speelt bij de vaststelling of iemand een dienstverband heeft. De maatregelen ter bescherming van ondernemers van de onderkant en ruimte voor ondernemers aan de bovenkant vragen echter op onderdelen verdere verkenning. Deze maatregelen lopen daarom een jaar vertraging op. Dat schrijven minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Snel van Financiën, mede namens staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat, in de Tweede voortgangsbrief aan de Tweede Kamer.
De wetgeving rond de vraag of er sprake is van een dienstbetrekking is technisch en juridisch uiterst complex. Dit blijkt met name bij de uitwerking van de maatregelen ter bescherming van de zppers met de laagste tarieven en ruimte voor zzpers met de hoogste tarieven. Zo is de maatregel voor de onderkant waarschijnlijk niet in te passen in het Europees recht. Bij de verdere verkenning worden daarom ook alternatieven meegenomen waarvan de inschatting is dat deze in overeenstemming zijn met het Europees recht. Het kabinet kijkt daarbij onder andere naar de uitwerking van een minimumtarief. Deze variant sluit aan bij de doelen uit het regeerakkoord om kwetsbare zelfstandigen te beschermen en concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen. Hierdoor zal het niet langer mogelijk zijn om zelfstandigen tegen een te laag tarief in te huren.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid