De sector is bereid na te denken over sectorale afspraken met betrekking tot de nieuwe situatie. Veel musici en artiesten kampen met onregelmatig werk en daardoor met ‘gaten’ in hun arbeidsleven. De sector gaat nu naar oplossingen zoeken hoe hiermee om te gaan. Dat schrijft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer na overleg met de culturele sector. De tijdelijke compensatieregeling kost maximaal €5 miljoen. Musici en artiesten kennen door twee uitzonderingen in de regels voor werkloosheid- en arbeidsongeschiktheiduitkeringen nu nog een hogere WW-uitkering dan andere mensen. Zo wordt de WW voor musici en artiesten, die werken op basis van losse optredens, berekend aan de hand van het gemiddeld verdiende loon, terwijl de WW-uitkering gebruikelijk 70 procent van het laatstverdiende loon is. Een tweede uitzondering is dat musici en artiesten sneller dan andere groepen in aanmerking komen voor een WW- of WIA-uitkering. Voor hen geldt een minder strenge ‘wekeneis’. Dat betekent dat kunstenaars in plaats van 26 uit 36 weken, slechts 16 uit 39 weken gewerkt hoeven te hebben om in aanmerking te komen voor een uitkering. Het afschaffen van de uitzonderingen geldt alleen voor nieuwe gevallen. De uitzonderingen stammen uit het verleden vanuit de gedachte dat veel musici en artiesten niet continu werk hebben en op de toenmalige arbeidsmarkt, met vooral full-time banen, nauwelijks in staat waren die ‘gaten’ op te vullen met ander werk. Tegenwoordig is de arbeidsmarkt flexibeler en is er meer uitzendwerk beschikbaar. Daarnaast is er een groeiende groep personen zoals zzp-ers, die net als musici en artiesten, onregelmatig werk hebben, maar niet dezelfde gunstige behandeling krijgen.

Bron: Rijksoverheid.nl