De regionale verschillen in economische groei waren beperkt in 2016. Met 3,3 procent groeide de economie van de Zaanstreek het sterkst. De voedingsmiddelenindustrie stimuleerde de economie van deze regio flink. De regio’s Delfzijl, Haarlemmermeer en Utrecht West groeiden ook sterk, met 2,9 procent. Regio Delfzijl had deze groei te danken aan de industrie, de regio Haarlemmermeer aan Schiphol. In Utrecht West kwam de groei vooral door de bouw.

Amsterdam profiteert van groei verhuur en handel in onroerend goed

Van de vier grote steden had Amsterdam met 3,0 procent de sterkste groei . Amsterdam profiteerde sterk van de groei van de verhuur en handel in onroerend goed in de hoofdstad. Den Haag had met 2,2 procent de kleinste groei. De matige groei van het openbaar bestuur droeg hier veel aan bij. Door krimp bij de financiële instellingen groeide de economie van de stad Utrecht met niet meer dan 2,3 procent in 2016. De economische groei van Rotterdam van 2,3 procent werd geremd door achteruitgang in vervoer en opslag.

Overijssel en Noord-Brabant groeien door industrie

Noord-Holland groeide met 2,8 procent het hardst in 2016, gevolgd door Overijssel (2,6 procent) en Noord-Brabant (2,5 procent) . Deze laatste twee provincies dankten hun groei aan relatief omvangrijke industriesectoren. De economie van Noord-Holland werd geraakt door de slechte prestaties van de financiële sector. De provincie profiteerde tegelijkertijd van de sterke groei in de advisering, onderzoek en overige speciaal zakelijke dienstverlening, en vooral van de bovengemiddelde groei van de verhuur van en handel in onroerend goed.

Aardgas remt economische groei

De aanhoudende krimp in de aardgaswinning is terug te zien in de economieën van de drie noordelijke provincies. Exclusief aardgaswinning kenden Groningen en Friesland een groei van 2,2 procent en Drenthe 2,3 procent. Inclusief aardgaswinning kromp de economie van Groningen met 1,7 procent en hadden Friesland en Drenthe een groei van 1,7 procent en 1,5 procent. De economische groei van Nederland was inclusief aardgaswinning ook bescheidener (2,2 procent tegen 2,5 procent exclusief het gas).

Bron: CBS