Voor de starters die gebruik maken van deze regeling, bedraagt de startperiode WW vanaf nu altijd een vaste periode van 26 weken (dus ongeacht of men eerder het bedrijf stopt), voorheen was het een maximale periode van 26 weken. In de startperiode mogen starters ook niet langer als zelfstandige klussen uitvoeren voor de ex-werkgever. Doet zij dit wel, dan wordt de WW-uitkering tot het einde van de startperiode gestaakt. Het is niet verboden om na de startperiode als zelfstandige voor een ex-werkgever te gaan werken. Om gebruik te kunnen maken van de nieuwe startersregeling, moet de ondernemer in spe, (net als voorheen) toestemming krijgen van het UWV. Potentiële ondernemers kunnen ook nog steeds starten zonder gebruik te maken van deze nieuwe regeling. Het blijft mogelijk om in plaats van de startperiode, van 26 weken inclusief vaste korting van 29%, te kiezen voor het bijhouden van alle directe en indirecte uren die men maakt. Deze worden dan gekort op de uitkering. Deze korting op de uitkering is direct, structureel en blijvend (ongeacht de verdiensten). Daarnaast bestaat bij het starten vanuit de WW ook nog de zogenaamde freelanceregeling WW. Deze regeling maakt het mogelijk voor de periode van 26 weken de directe en indirecte uren die besteed worden aan ondernemerschap, wisselend in plaats van structureel te korten op de uitkering WW. Deze regeling is bedoeld voor ondernemen op (zeer) bescheiden schaal. Meer informatie:
- Rijksoverheid (deeplink)
- UWV (deeplink)