In onderhavige brief reageert de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op deze motie. De minister stelt dat hoewel de situatie op de (sectorale) arbeidsmarkt meeweegt in de bepaling van UWV of toestemming wordt gegeven als zelfstandige te starten, is deze situatie niet leidend. Naast de beoordeling van het ondernemersplan wegen de ondernemerscompetenties van de starter zwaar mee. Ook het feit dat de starter eventuele externe financiering heeft weten te verkrijgen is een signaal dat de onderneming een goede kans van slagen heeft. UWV kan de starter niet dwingen zich op een bepaald segment van de arbeidsmarkt te richten of juist niet. Dat is aan de starter zelf en inherent aan het ondernemersrisico dat hij of zij wil lopen. De minister onderkent dat dit raamwerk de situatie op de (sectorale) arbeidsmarkt mede van invloed kan zijn op de slagingskansen van een onderneming. In lijn met de wens van de Kamer, zal de minister bij het UWV wel nadrukkelijk aandacht vragen voor het belang van de toetsing op dit aspect. Ook in het voorlichtingsmateriaal aan vanuit de WW startende zelfstandigen moeten alle aspecten waaraan UWV toetst aan de orde komen.
Lees verder: Brief minister over starten als zelfstandige met een WW-uitkering – KST172243