Een stamrecht bv is een besloten vennootschap die een ex-werknemer opricht om belastingheffing uit te stellen over de van zijn voormalige werkgever gekregen ontslagvergoeding waarbij gebruikgemaakt wordt van de zogenaamde stamrechtvrijstelling. Ook kan deze vergoeding worden afgestort bij een verzekeraar of in banksparen om later of direct tot een – belaste – uitkering te laten komen. De keuze voor een stamrecht bv is vaak ingegeven door zeggenschap die de oprichter dan behoudt. Het geld kan worden belegd, op een spaarrekening worden gezet maar ook worden uitgeleend aan de ex-werknemer zelf om bijvoorbeeld een eigen bedrijf te starten. De houder van een stamrecht BV dient loonheffing in te houden op de periodieke uitkeringen. Als de BV winst maakt, dient vennootschapsbelasting betaald te worden. Echter een stamrecht bv brengt ook (fiscale) verplichtingen met zich mee en de belastingdienst heeft in een pilot geconstateerd dat er bij stamrecht-bv’s sprake is van ernstige misstanden (onzakelijke leningen aan DGA’s, onderdekking etc.). De dienst heeft daarom in 2013 een special task force samengesteld die alle stamrecht bv’s in Nederland gaat controleren.

Wat is de toekomst van de stamrecht bv?
Het kabinet heeft een bezuiniging van 1,2 miljard euro gevonden in de zogeheten stamrechtvrijstellingen, dit is een fiscaal vriendelijke manier voor het parkeren van een (bruto) ontslagvergoeding. Mensen met zo’n stamrechtvrijstelling krijgen volgend jaar eenmalig de mogelijkheid om de ontslagvergoeding die  in  en stamrechtvrijstelling is gestort fiscaal vriendelijk (met een belastingkorting van 20%) op te nemen. De stamrechtvrijstellingen voor nieuwe ontslagvergoedingen worden per 1 januari 2014 afgeschaft. Door het verdwijnen van de stamrechtvrijstelling verdwijnt ook de stamrecht bv. Als de stamrecht bv verdwijnt, verliezen startende ondernemers een belangrijke en toegankelijke financieringsbron. Bij ontslag moet je meteen 52 procent belasting betalen over je ontslagvergoeding en kan je als startende ondernemer niet meer over de gehele (bruto) vergoeding beschikken. In deze tijden waarin banken zacht gezegd niet scheutig zijn met krediet, is dat voor ondernemers geen winst. Wederom een besparing die zich op korte termijn laat uitbetalen maar waarmee de economie op de lange termijn geen voordeel bij heeft.