Nadat zowel de Tweede als de Eerste Kamer eind vorig jaar met het voorstel tot afschaffing instemden, diende een kort geding dat door FNV Kiem, de Beroepsvereniging Beeldende Kunstenaars en enkele individuele kunstenaars was aangespannen. De rechter stelde hen op 3 januari jl. in het gelijk en oordeelde dat er een overgangsregeling moet komen voor kunstenaars die voor 1 januari een WWIK-beschikking ontvingen en hun rechten nog niet hebben verbruikt.

In een eerste reactie op het vonnis liet de staatssecretaris weten het niet eens te zijn met de zienswijze van de rechter. Hij gaat dan ook tegen de uitspraak in beroep. Naar de mening van De Krom was het voornemen van het kabinet om de WWIK af te schaffen al ruim van tevoren aangekondigd. De stap om beroep aan te tekenen ontslaat de Staat overigens niet van de plicht om gehoor te geven aan het vonnis van de rechter. In afwachting van de beroepszaak is in lijn met de uitspraak van de rechter een concept-overgangsregeling opgesteld. Deze is inmiddels voor een reactie naar de gemeenten verzonden die verantwoordelijk waren voor de uitvoering van de WWIK. Daarbij is gevraagd om binnen een week te reageren. Zo snel mogelijk na ontvangst van de reacties zal de overgangsregeling dan in werking treden, zo schrijft staatssecretaris Paul de Krom in een brief aan de Tweede en Eerste Kamer.

Bron: http://www.rijksoverheid.nl