Hij constateert dat veel starters nog geen uitgewerkt businessplan of startkapitaal hebben. Maar ze hebben in potentie wel toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie. Hij wil daarom het toelatingsbeleid voor hen soepel en uitnodigend laten zijn.

De starters moeten bij hun aanvraag duidelijk maken wat hun productidee is en aangeven waarom het innovatief is. Ook moeten ze beschrijven welke stappen ze willen ondernemen om het product binnen een jaar op de markt te zetten. Verder hebben ze een zogeheten facilitator nodig die de starter helpt met bijvoorbeeld bedrijfsvoering, marketing, onderzoek en het zoeken naar investeerders. Starters moeten zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien en mogen geen beroep doen op de algemene middelen zoals een bijstandsuitkering.

Bron: Rijksoverheid