Uit het onderzoek blijkt dat voor circa drie op de vijf van alle startende zzp’ers het zzp-schap een ‘tussenstation’ is tussen twee andere posities op de arbeidsmarkt. Deze personen blijven een aantal jaren actief als zzp’er, waarna zij – al dan niet uit noodzaak – uitstromen naar een andere actieve of een niet-actieve arbeidsmarktpositie.

Voor alle doelgroepen vormt het zzp-schap een reële kans op arbeidsparticipatie; dit geldt het meest voor ouderen, gevolgd door niet-westerse allochtonen en het minst voor mensen met een arbeidsbeperking. Zzp-schap kan een deel van de uitkeringsgerechtigden een reële kans beiden op een verbetering van hun positie op de arbeidsmarkt. Deze groep zzp- ers ervaart ten opzichte van andere startende zzpérs wel relatief vaak bepaalde knelpunten bij de start. Een goede en eenvoudig beschikbare advisering en ondersteuning voor zzp’ers die vanuit een uitkering starten is daarom van groot belang.

Circa 40% van de oudere zzp’ers en 39% van de zzp’ers met een arbeidsbeperking, is na vijf jaar nog steeds actief. Bij de groep niet- westerse allochtone zzp’ers ligt dat iets lager: 36%. Het blijkt dat personen die vanuit de bijstand of een positie van geen inkomen als zzp’er starten, iets lagere overlevingskansen hebben dan zzp’ers in het algemeen. Van de totale zzp-populatie is 41% na vijf jaar nog actief als zzp’er.

Beëindiging van het zzp-schap hoeft overigens geen nagatieve keuze te zijn. Sommige groeien door richting zelfstandig ondernemer met personeel, anderen gaan weer in loondienst werken.

Mensen die aan de slag willen gaan als zzp’er, kunnen door middel van gerichte advisering en ondersteuning beter in staat zijn om de stap naar het zzp-schap daadwerkelijk te zetten. Een op de drie zzp’ers maakt echter van geen enkele ondersteuning gebruik.

Meer informatie: Aan de slag als Zzp’er (pdf-bestand)