De belangrijkste bron van gegevens is het Inkomenspanelonderzoek van het CBS. Het meest recente beschikbare jaar waarover gegevens beschikbaar zijn is 2009. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van startende ondernemers lag in 2009 een fractie hoger dan dat van gevestigde zelfstandigen. Het inkomensverschil was ongeveer 2 procent. Deze trend duidt op een toenemende invloed van het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en op andere inkomensposten, bijvoorbeeld uit loondienst. Dit en meer blijkt uit de Monitor Inkomens Ondernemers van Panteia/EIM over de periode 1990 – 2009.
Aantal zelfstandigen met laag inkomen neemt toe
In 2009 heeft 12 procent van de huishoudens met zelfstandigen een inkomen onder de lage inkomensgrens, terwijl het percentage voor alle huishoudens in Nederland op 8 procent lag. Het percentage huishoudens met zelfstandigen met een laag inkomen is een procent toegenomen ten opzichte van 2008 en 2007, terwijl dat beeld op landelijk niveau voor die jaren stabiel gebleven is. In 2009 deed de in 2007 ingezette financiële crisis zich gelden en zien we dat het gemiddelde besteedbare inkomen (in reële termen) van de zelfstandige ondernemers daalt.
Inkomen van oudere, autochtone ondernemers groeit het hardst
Oudere ondernemers hebben een hoger gemiddelde inkomen dan jongere ondernemers. Onder oudere zelfstandigen (55-plus) is het inkomen de afgelopen jaren het snelst gegroeid ten opzichte van andere leeftijdsgroepen. Het inkomen van de autochtone zelfstandigen is het snelst toegenomen (24% in de periode 2001-2009). De inkomensontwikkeling van de westerse allochtonen bleef in de buurt van die van de autochtonen. De niet-westerse allochtoon volgde op behoorlijke achterstand (een inkomensdaling van 2 procent).
Meer informatie: Panteia – Monitor Inkomens Ondernemers – A201329 (pdf-bestand)