Begin 2015 gaf 43 procent van de zelfstandig ondernemers zonder personeel aan dat de financiële situatie van de onderneming goed tot zeer goed was. Begin 2017 was dit 47 procent. Ook zijn ze in 2017 iets vaker tevreden met hun inkomen en werkzekerheid (het kunnen vertrouwen op voldoende opdrachten). Hoewel de financiële situatie naar eigen zeggen is verbeterd, geven veel ondervraagden aan dat sparen voor het pensioen en het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering te kostbaar is.

20 procent zzp’ers verzekerd voor arbeidsongeschiktheid

Van de 873 duizend zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) met een hoofdinkomen uit ondernemerschap betaalde in 2015 bijna 20 procent premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) en ruim 10 procent premie voor een lijfrente. Dit is weliswaar lager dan in 2014, maar de afname van beide inkomensverzekeringen is kleiner dan in eerdere jaren.

Ook bij zelfstandigen met personeel (zmp’ers) daalde het aandeel met een private inkomensverzekering tijdens de crisisjaren. Het aandeel zmp’ers met een arbeidsongeschiktheidsverzekering stabiliseerde in 2015 en bij de private pensioenverzekering is net als bij zzp’ers de daling afgevlakt.

Zelfstandigen met personeel vaker verzekerd dan zzp’ers

Zelfstandigen met personeel verzekeren zich vaker tegen arbeidsongeschiktheid dan zzp’ers (33,5 tegen 19,7 procent). Ook hebben meer zmp’ers een private pensioenverzekering of lijfrente dan zzp’ers (17,2 procent tegen 10,4 procent). Verzekerde zzp’ers droegen in doorsnee 7,0 procent van hun bruto-ondernemersinkomen af aan aov-premie en zmp’ers 7,3 procent. Bij de premies lijfrente gaat het om respectievelijk 4,1 en 3,6 procent. Het doorsnee-inkomen van zmp’ers is met 42,8 duizend euro bijna twee keer zo groot als dat van zzp’ers (23,1 duizend euro).

Jongere en oudere zzp’ers minst vaak verzekerd

Jongere en oudere zzp’ers zijn het minst vaak verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Wel gaat het om kleine groepen: in 2015 was 3 procent van de zzp’ers jonger dan 25 jaar en 4 procent 65 jaar of ouder. Ruim de helft van de zzp’ers was 45 tot 65 jaar (52 procent) en 41 procent was tussen de 25 en 45 jaar. Van deze leeftijdsgroepen had iets meer dan een vijfde een arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Oudere zzp’ers investeren weer meer in eigen sociale zekerheid

De groep zzp’ers van 25 tot 45 jaar had vanaf 2011 steeds minder vaak een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid of een lijfrente. Ook in 2015 daalde het aandeel met een arbeidsongeschiktheidsverzekering nog bij deze groep. Oudere zzp’ers van 45 tot 65 jaar hadden in 2015 voor het eerst in jaren weer vaker een arbeidsongeschiktheidsverzekering, terwijl het aandeel met een lijfrenteverzekering stabiliseerde.

Pensioenvoorziening deels in ondernemingsvermogen

Een belangrijk deel van de pensioenvoorziening van zelfstandigen zit in het ondernemingsvermogen. Als de eigen onderneming wordt verkocht, kan via een lijfrente eenmalig een groot bedrag worden ingelegd voor het pensioen. Zmp’ers hebben met een doorsnee-ondernemingsvermogen van ruim 68 duizend euro in dit opzicht aanmerkelijk meer spek op de ribben dan zzp’ers met een doorsnee-ondernemingsvermogen van 18 duizend euro.

Ruim een kwart van de zelfstandig ondernemers zonder personeel zegt geen voorziening te hebben getroffen voor het pensioen. Van de vrouwen heeft zelfs één op de drie niets geregeld. De meest genoemde reden is dat ze het niet kunnen betalen; iets meer dan de helft van de zelfstandig ondernemers zonder personeel geeft dat aan. Andere redenen zijn dat het pensioen nog ver weg is (20 procent) of dat ze er nog niet aan toe zijn gekomen (27 procent).
Als het pensioen dichterbij komt, neemt het aandeel zelfstandig ondernemers zonder personeel dat géén voorzieningen treft weliswaar af, maar nog steeds heeft 20 procent van de 55-plussers niets geregeld.

Het treffen van pensioenvoorzieningen hangt duidelijk samen met de financiële situatie van de onderneming. Naarmate die situatie beter is, is het percentage ondernemers met een pensioenvoorziening groter. Maar ook van de ondervraagden die aangeven er financieel gezien goed tot zeer goed voor te staan, heeft ruim 16 procent niets gedaan voor het pensioen.

Bron: Zelfstandigen Enquête Arbeid 2017 (ZEA) van TNO en het CBS