‘Daarnaast blijft het onduidelijk in welke mate het mkb daadwerkelijk heeft geprofiteerd van de aan holdingfondsen en fondsen toegekende bedragen,’ schrijft de controleur. De Rekenkamer concludeert dat bedrijven vaak pas laat over het geld beschikken. Ook blijkt de steun ‘niet doeltreffend om als hefboom te werken voor particuliere investeringen’. Er wordt gewezen op een kwalijke rol die sommige fondsen en banken spelen. Zij hebben in een aantal gevallen ‘ongerechtvaardigde beheerskosten’ in rekening gebracht. Volgens de Rekenkamer blijkt hieruit dat het juridische kader van het structuurfonds ongeschikt is voor kredieten en garanties. De Europese Commissie moet onder meer ‘een betrouwbaar en in technisch opzicht degelijk toezicht- en beoordelingssysteem’ in het leven roepen.