Het blijkt dat bevolkingskrimp kansen biedt. Door dalende grondprijzen en vrijkomende ruimte kan er worden geïnvesteerd in verbetering van ruimtelijke kwaliteit. Vrijgekomen ruimte kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor agroparken (landbouw) of themaparken (recreatie). De daling van de grondprijzen doet zich echter niet overal voor waar krimp optreedt. Voor de landbouwketen kunnen tekorten ontstaan aan geschoolde arbeidskrachten. De primaire landbouw en de recreatiesector zullen daarentegen in staat blijven voldoende arbeid aan te trekken. Het uitbreiden van activiteiten in de landbouw kunnen krimpregio’s aantrekkelijk(er) maken voor recreanten.
Verschillen tussen krimpregio’s
In de regio Noordoost-Groningen is de landbouwsector vitaal en het effect van krimp zal gering zijn. De recreatiesector is vooral gericht op de eigen bevolking. In Zeeuws-Vlaanderen is de landbouw redelijk vitaal. De recreatiesector is sterk ontwikkeld en stuwend – vooral aan de kust. Deze regio is relatief welvarend en de krimp zeer gering. In Zuid-Limburg is de landbouwsector economisch ondergeschikt, maar wel beeldbepalend voor het landschap.
Meer informatie: Landbouw en recreatie in krimpregio’s; Knelpunten en kansen (pdf-bestand)